In de nacht van zaterdag op zondag draaien we de klok een uur achteruit en gaat de wintertijd opnieuw in.
In de nasleep van de oliecrisis van 1973 voerde Frankrijk de zomertijd in 1976 in om energie te sparen. De Britse eilanden kenden de zomertijd al van daarvoor en de Benelux volgde in 1977. De Europese en Belgische regelgeving leggen de zomer- en de wintertijd op, met als laatste wapenfeit een Koninklijk Besluit van 19 december 2001, gebaseerd op richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2001. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne verwoordde in zijn verslag aan koning Albert de kern van de verplichting volmondig als: "krachtens deze richtlijn wordt er verduidelijkt dat de periode van de zomertijd, namelijk de periode van het jaar waarin het uur vooruitgezet wordt met zestig minuten ten opzichte van het uur van de rest van het jaar, vanaf het jaar 2002 en voor een onbepaalde periode, zal beginnen op de laatste zondag van de maand maart, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (2 uur, plaatselijke tijd) en zal eindigen op de laatste zondag van de maand oktober, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (3 uur, plaatselijke tijd)". Zo stond het letterlijk in het Staatsblad van 28 december 2001 afgedrukt.
Een uurtje langer slapen
Anders gezegd: zondagmorgen 28 oktober om 03.00 uur draaien we de klok een uur achteruit, zodat we op GMT +1 (GMT is min of meer de wereldtijd UTC) komen in plaats van GMT +2, en zodat het eensklaps maar 02.00 uur wordt. Slimmerds verrichten deze operatie voor het slapengaan en niet midden in de nacht. Men zal dus een uur meer kunnen slapen of uitgaan. Wie nachtdienst heeft, zal een uur meer moeten werken, tenzij er een regeling is.
Dankzij de zomertijd, die in maart inging, kunnen we 's avonds langer van het daglicht profiteren en is er minder elektrisch licht nodig. De Belgische Vereniging tegen de Zomertijd (BVZT) is al jaren tegen de ingreep, met als argument dat die schadelijk zou zijn voor de gezondheid.
De organisatie gewaagt van een "schending van de mensenrechten". Onder aanhaling van rapporten en publicaties met een verschillende graad van wetenschappelijkheid, ziet de BVZT een relatie tussen enerzijds slaperigheid, overconsumptie van slaap- en kalmeringsmiddelen (met alle gevolgen vandien voor de ziekteverzekering), verkeersonveiligheid en anderzijds de zomertijd. Die is ook de oorzaak van een verhoging van luchtverontreiniging en fotochemische polluenten.
Voorts is het zo dat bijvoorbeeld spaarlampen minder energie opslokken dan de gewone lampen op het ogenblik dat de zomertijd werd ingevoerd. Ouders van baby's klagen tevens over ritmestoornissen bij hun oogappels bij het jongleren met de tijd.
Bron: (belga/dm) op 25 okt. 2007.
donderdag 25 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten